Programma Zorg en Werk
Jeugd en maatschappelijke ondersteuning
Prognose 2022 en meerjarenbeeld Jeugdwet en Wet maatschappelijke ondersteuning
We prognosticeren een voortzetting van de groei in de vraag naar jeugdzorg en maatschappelijk ondersteuning voor onze inwoners. Voor de jaarlijkse volume- en tariefstijgingen zijn in de gemeentebegroting twee stelposten opgenomen (dus niet in het programma Zorg en Werk). Deze stelposten zijn voor 2021 en verder ingezet bij de Voorjaarsrapportage 2021. Meerjarig is bij de Voorjaarsrapportage 2021 in de prognose uitgegaan van een volumegroei voor Jeugd en Wmo voor de jaren 2022 tot en met 2025 van 5,6%, 2,8%, 2% en 2%. Voor tariefstijgingen houden we vanaf 2023 een gewogen indexcijfer met een loon- en materiële component aan, op basis van Centraal Economisch Plan (CEP). De tarieven voor 2022 zijn geïndexeerd. Hiervoor is de stelpost indexatie sociale uitkeringen in natura opgenomen in de gemeentebegroting. Onze verwachting is dat deze twee stelposten, aangevuld door een tweetal posten uit de decembercirculaire gemeentefonds 2021 in het kader van compensatie salarislasten, in 2022 de volume- en tariefstijgingen kunnen opvangen.
We zien vooralsnog geen afvlakking in de vraag naar zorg conform de stelpost volumegroei zoals vastgesteld in de Voorjaarsrapportage 2021. Daarnaast is het effect van de afbakening van de Verordening sociaal domein, de inkoop Jeugd en Wmo in 2023 en de Hervormingsagenda Jeugd op de volumes en het beheersen van de kosten nog onzeker en verwachten we daar in 2023 in ieder geval nog geen effect van te zien. Voor 2023 verhogen we daarom de stelpost volumegroei van 2,8% naar 4,5%. Voor 2024, 2025 en 2026 houden we een volumegroei van 2% aan.
In 2023 besteden we diverse raamovereenkomsten opnieuw aan. Naast de jaarlijkse indexatie die wij voorzien hebben in de stelpost indexatie sociale uitkeringen in natura, zullen ook deze aanbestedingen financiële impact hebben op de tarieven. Deze impact verwerken we in de Voorjaarsrapportage 2023.
Het nieuwe kabinet heeft in haar regeerakkoord een bezuiniging op jeugdzorg aangekondigd. De Eerste Kamer heeft het Kabinet door middel van een motie echter opgedragen om de bezuiniging niet door te voeren en ook de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) beschouwt dit als niet realistisch. Een bezuiniging op jeugdzorg lijkt daarmee niet houdbaar. Vanaf 2024 houden we in de meerjarenraming echter wel rekening met een nadeel.
Inkoop Jeugd en Wmo 2023, verordening sociaal domein en kadernota
Op dit moment bereiden wij de inkoop van ambulante jeugdhulp, verblijf, crisis en JGGZ voor, omdat de raamovereenkomsten per 31 december 2022 aflopen. Eveneens bereiden wij de inkoop op het gebied van maatschappelijke ondersteuning voor. Deze raamovereenkomsten lopen af per 1 juli 2023. Met de gemeenteraad zijn eind 2021 en begin 2022 verschillende dialoogsessies gevoerd om te komen tot kaderstellende uitgangspunten. Dit heeft geresulteerd in het raadsvoorstel ‘Kaderstellende uitgangspunten verordening sociaal domein, beleidskader sociaal domein en inkoop Jeugd en Wmo 2023’ (2022.0000115), dat in het eerste kwartaal is vastgesteld door de raad. De uitgangspunten gebruiken we ook voor het afbakenen dan wel verduidelijken van onze verordening sociaal domein en het opstellen van de kadernota sociaal domein 2023-2026. In het eerste kwartaal van 2022 heeft de raad ook het ontwerp voor de kadernota vastgesteld in het raadsvoorstel ‘ontwerp kadernota sociaal domein 2023-2026’ (2022.0000058).
Hervormingsagenda Jeugd
In de Najaarsrapportage 2021 meldden wij dat besluitvorming over de Hervormingsagenda Jeugd naar verwachting plaats zou vinden voor 1 februari 2022. Omdat het Rijk voornemens was een bezuiniging van € 500 miljoen structureel op de jeugdzorg door te voeren heeft de VNG het overleg stilgelegd. Inmiddels heeft het kabinet besloten gemeenten niet te korten. De verwachting is daarom dat het overleg weer wordt hervat. Overigens is nog niet gezegd dat de voorgenomen bezuiniging niet op andere wijze ten laste van de jeugdzorg komt; zo wordt er gesproken over invoering van een eigen bijdrage.
Woonplaatsbeginsel Beschermd Wonen
De (landelijke) invoering van het woonplaatsbeginsel beschermd wonen op 1 januari 2023 is niet meer haalbaar. Met het woonplaatsbeginsel wordt geregeld dat elke gemeente voortaan verantwoordelijk is voor beschermd wonen voor de eigen inwoners.
Door de lange duur van de formatie van het nieuwe kabinet kon het wetsvoorstel niet op tijd ingediend worden. Er zijn daarnaast een aantal aandachtspunten die uitgewerkt moeten worden, in samenhang met het advies van de Raad van State over het wetsvoorstel woonplaatsbeginsel. Het Rijk, gemeenten en andere partijen gaan hierover in overleg. Vooralsnog gaan we met de voorbereiding doordecentralisatie Beschermd Wonen door op de ingeslagen weg, totdat er meer duidelijkheid is. En brengen we ook eventuele consequenties in beeld.
Werk en inkomen
Koopkracht
Het Centraal Planbureau voorziet in het Centraal Economisch Plan 2022 een forse daling in de koopkracht. Kans bestaat dat in 2022 meer inwoners een beroep gaan doen op minimaregelingen (bijzondere bijstand) en schuldhulpverlening waardoor we meer kosten maken dan begroot.
De hogere energiekosten hebben vooral effect op inwoners met lage inkomens. De energietoeslag is inmiddels uitbetaald aan de inwoners die op 1 maart 2022 van de gemeente een uitkering ontvingen. Indien er meer duidelijkheid is over de definitieve wijziging van de Participatiewet en het budget kunnen de overige inwoners een aanvraag indienen.
Risico bestaat dat het Kabinet de uitvoeringkosten hiervoor niet of niet volledig compenseert. Het kabinet wil daarnaast dit jaar nog nadere maatregelen nemen om de laagste inkomens tegemoet te komen en hun koopkracht te verbeteren.
Tijdelijke ondersteuning zelfstandig ondernemers
De Rijksregeling in het kader van de coronacrisis ‘Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers’ (Tozo) voorzag zelfstandig ondernemers van 1 maart 2020 tot 1 oktober 2021 in een aanvullende uitkering voor levensonderhoud. Wij hebben ervoor gekozen om naast het beschikken op de aanvraag ook te beschikken op verantwoording na een volledige controle in het kader van zorgvuldigheid en fraudepreventie. Deze werkwijze is in afstemming met de accountant tot stand gekomen. Onze zorgvuldige maar arbeidsintensieve werkwijze leidt tot aanzienlijk hogere kosten dan bij andere gemeenten. Andere gemeenten hebben slechts een beperkt aantal ondernemers gecontroleerd op basis van signalen (van het Inlichtingenbureau of anders) of steekproefsgewijs. Wij hebben echter gekozen voor een volledige controle op basis van de verantwoording die de ondernemer heeft ingevuld. Omdat het Rijk als het gaat om uitvoeringskosten alleen het beschikken op aanvraag compenseert brengt onze werkwijze in 2022 uitvoeringskosten met zich mee die het Rijk niet compenseert. Daarnaast verwachten we komende jaren nog werkzaamheden in het kader van de afwikkeling van deze regeling uit te voeren, denk aan het maken van herberekeningen na bezwaar en invordering.
Bbz light
De Tozo regeling is gestopt per 1 oktober 2021. Voor ondernemers die nog financiële ondersteuning nodig hebben zijn van 1 oktober 2021 tot 1 april 2022 de voorwaarden van bijstand voor zelfstandigen (Bbz) tijdelijk versoepeld, ook wel Bbz-light genoemd. In 2021 zijn we hier zoals aangegeven in de Jaarstukken 2021 niet voor gecompenseerd door het Rijk. Naar verwachting worden we in 2022 hiervoor gecompenseerd via de Bundeling Uitkeringen Inkomensvoorzieningen Gemeenten (BUIG). De definitieve beschikking van de BUIG ontvangen we in het najaar. In de Najaarsrapportage 2022 zullen we u informeren of we de uitkerings- en uitvoeringskosten van de Bbz-light uit het BUIG-budget kunnen bekostigen. Risico bestaat dat we via de BUIG niet volledig voor de uitkeringskosten van Bbz-light worden gecompenseerd.
Oekraïne
Welk effect de oorlog in Oekraïne en de opvang van Oekraïners heeft op het programma Zorg en Werk is nog onduidelijk.