Bijlage 5: Budgetten onderwijshuisvesting

Het budget voor onderwijshuisvesting bestaat uit een aantal componenten, waarvan de kapitaallasten op bestaand bezit het grootste deel uitmaken. Dit zijn de rente- en afschrijvingslasten van de in het verleden gerealiseerde schoolgebouwen. Deze dalen jaarlijks doordat de boekwaarde van gebouwen daalt als gevolg van de afschrijvingen.

Verder voegen we jaarlijks nieuwe investeringen toe vanuit het Integraal huisvestingsplan onderwijs (IHP). Voor iedere investering die op basis van het IHP wordt toegevoegd aan het investeringsplan, worden de kapitaallasten gereserveerd. Pas nadat de raad de investeringen geautoriseerd heeft, voor investeringen van € 2 miljoen en hoger via een apart raadsvoorstel, worden de investeringen in uitvoering genomen. Een andere post zijn de uitvoeringskosten voor het IHP. Dit betreft bijvoorbeeld advieskosten en personele inzet.

Daarnaast zijn de zogenaamde 'overige lasten onderwijshuisvesting' een belangrijke post. Hiertoe behoren onder meer huren die wij betalen voor gebouwen waarvoor wij huurovereenkomsten zijn aangegaan. Een voorbeeld is het gebouw van het Hoofdvaart College, dat wij huren van het Nova College. Andere posten die hiertoe behoren zijn de onroerendzaakbelastingen en andere lasten die wij volgens de onderwijswetgeving voor schoolbesturen betalen. Ons beleid is erop gericht deze post te laten dalen, omdat het huren van schoolgebouwen een kostbare aangelegenheid is.

Een vijfde post omvat de kosten voor tijdelijke huisvesting die wij maken omdat we een aantal schoolgebouwen voor tijdelijk gebruik inzetten. Ook voor deze post geldt dat we deze zo efficiënt mogelijk inzetten. Zo kopen we bijvoorbeeld als dat goedkoper is. Huren doen we in gevallen waar we geen langdurige inzet verwachten.

Stand Voorjaarsrapportage 2024

Na verwerking van de mutaties in de Voorjaarsrapportage 2024 zijn voor onderwijshuisvesting de budgetten zoals opgenomen in Tabel 21 geraamd.

Omschrijving (bedragen x € 1.000; min = voordeel)

2024

2025

2026

2027

2028

Stand Najaarsrapportage 2023

Programma Maatschappelijke ontwikkeling, beleidsdoel B

- kapitaallasten bestaande scholen

7.161

7.029

6.656

6.414

6.414

- kapitaallasten nieuwe investeringen

608

1.992

3.184

4.656

4.656

- uitvoeringslasten IHP

226

226

226

226

226

- overige lasten

4.572

3.516

3.346

3.346

3.346

- tijdelijke huisvesting

2.748

2.164

2.724

2.591

2.591

Totaal Najaarsrapportage 2023

15.315

14.927

16.136

17.232

17.232

Mutaties Voorjaarsrapportage 2024

Programma Maatschappelijke ontwikkeling, beleidsdoel B

- kapitaallasten bestaande scholen

687

1.479

1.576

1.668

1.481

- kapitaallasten nieuwe investeringen

-608

-1.171

-1.417

-1.785

-705

- uitvoeringslasten IHP

120

84

84

84

84

- overige lasten

306

-14

-13

-13

-13

- tijdelijke huisvesting

-1.326

-1.181

-2.170

-692

-334

Totaal mutaties Voorjaarsrapportage 2024

-821

-802

-1.939

-738

514

Stand Voorjaarsrapportage 2024

Programma Maatschappelijke ontwikkeling, beleidsdoel B

- kapitaallasten bestaande scholen

7.848

8.508

8.232

8.081

7.895

- kapitaallasten nieuwe investeringen

0

821

1.767

2.871

3.951

- uitvoeringslasten IHP

346

310

310

310

310

- overige lasten

4.878

3.502

3.334

3.334

3.334

- tijdelijke huisvesting

1.422

984

554

1.898

2.256

Totaal Voorjaarsrapportage 2024

14.494

14.125

14.197

16.495

17.746

Mutaties voorjaarsrapportage 2024

Vanaf de actualisatie IHP 2022 kijken we volgens een toekomstige wettelijke eis 16 jaar vooruit (2024 – 2040). In deze periode staan 34 scholen op de planning voor renovatie en 17 scholen voor nieuwbouw. De investeringen zijn ten opzichte van 2023 gestegen met 2%. Dit komt onder meer door de prijsstijging van materialen, energie en lonen.

Wettelijke verplichting en het kwaliteitskader Haarlemmermeer

De gemeente heeft de wettelijke plicht om te voorzien in adequate onderwijshuisvesting. In Haarlemmermeer hebben gemeente en schoolbesturen in 2022 met elkaar een hoger kwaliteitskader (2022.0001788) vastgesteld om schoolgebouwen met een zeer hoge kwaliteit te realiseren, hoger dan de wettelijke verplichting Het idee daarvan was dat deze gezamenlijk gefinancierd werd doordat - naast de gemeentelijke investering - ook de schoolbesturen zouden investeren. In de uitwerking van de financiering zijn we tegen een beperking van de huidige landelijke regelgeving aangelopen.

Vanuit de wettelijke plicht om te voorzien in adequate huisvesting, de gezamenlijke wens van schoolbesturen en gemeente om de nieuwbouw nu snel ten uitvoer te brengen en t.b.v. de uitvoerbaarheid hebben we de financiële afspraken herijkt en vereenvoudigd:

  • De gemeente financiert nieuwbouwprojecten tot aan het geldende bouwbesluit. Op dit moment is de norm Bijna Energie Neutrale Gebouwen (BENG) + Frisse School (klasse B). In een Frisse School is aandacht voor energie, luchtkwaliteit, temperatuur, licht en geluid.

  • Extra wensen over een verhoogde kwaliteit (alles boven BENG) is een financieringskeuze van het betreffende schoolbestuur en spreken we per project af.

De beleidswijziging wordt verwerkt bij het IHP 2025. In deze voorjaarsrapportage zijn de investeringen berekend op basis van bovengenoemde uitgangspunten. Er is geen financieel effect voor de gemeente als gevolg van deze verandering. Hierbij zijn ook projecten in uitvoering beoordeeld. Voor de Kameleon is
€ 383.000 extra krediet nodig. We hebben de ruimte voor dit extra krediet gevonden binnen het krediet voor het Avantis college en Rietland college. De post onvoorzien binnen dit krediet kan met dit bedrag worden verlaagd. De resterende post onvoorzien is toereikend.

Renovatieprojecten en tijdelijke huisvesting

Bij een renovatieproject is het nodig de leerlingen onder te brengen in tijdelijke huisvesting. We hebben de investeringsplanning afgestemd op de beschikbaarheid van tijdelijke huisvesting. We beperken de kosten voor tijdelijke huisvesting zoveel mogelijk door:

  • leegstand te gebruiken;

  • elders te bouwen;

  • een andere bouwvorm te kiezen;

  • de investeringsplanning aan te passen aan de beschikbare tijdelijke huisvesting;

  • gezien de hoeveelheid en gebruiksduur van tijdelijke huisvesting is het goedkoper om tijdelijke huisvesting te kopen in plaats van te huren.

De totale investering (nieuwbouw + renovatie) bedraagt € 325 miljoen en maakt onderdeel uit van het SPI. De top van de bijbehorende kapitaallasten is € 19 miljoen in 2041. Ter vergelijking: in 2028 is € 4 miljoen aan kapitaallasten vanuit het IHP-investeringsplan opgenomen.