In de Notitie schuldpositie 2023, door de raad vastgesteld op 23 maart 2023 (7282099), is opgenomen dat in de P&C-producten wordt gerapporteerd over de ontwikkeling van de indicatoren die worden gebruikt om de ontwikkeling van de schuld te monitoren. Dit betreft de indicatoren:

  1. Netto schuldquote

  2. Lasten schuldpositie

  3. Solvabiliteit

De drie indicatoren laten de volgende ontwikkeling zien ten opzichte van de Programmabegroting 2024-2027:

Netto schuldquote

P&C-product

2024

2025

2026

2027

2028

Voorjaarsrapportage 2024 (juni 2024)

75%

88%

104%

112%

113%

Programmabegroting 2024-2027 (november 2023)

99%

108%

119%

133%

Lasten schuldpositie

P&C-product

2024

2025

2026

2027

2028

Voorjaarsrapportage 2024 (juni 2024)

7,1%

8,4%

8,6%

9,1%

9,5%

Programmabegroting 2024-2027 (november 2023)

8,0%

8,7%

9,2%

9,4%

Solvabiliteit

P&C-product

2024

2025

2026

2027

2028

Voorjaarsrapportage 2024 (juni 2024)

35,2%

32,4%

30,4%

29,2%

29,1%

Programmabegroting 2024-2027 (november 2023)

31,1%

28,9%

28,1%

26,7%

Toelichting

De ontwikkeling van de netto-schuldquote is positiever dan de prognoses in de Programmabegroting 2024-2027. Dit wordt veroorzaakt door zowel de deler- als noemereffecten. Bij de delereffecten wordt de lagere netto schuld in grote mate veroorzaakt door het doorschuiven en realistischer ramen van de geplande investeringen. Daarnaast leidt het storten van het resultaat van het jaar 2023 tot hogere reserves dan waar rekening mee werd gehouden. Bij de noemereffecten houden we ten opzichte van de Programmabegroting 2024-2027 bij deze voorjaarsrapportage rekening met meer inkomsten. Het betreft onder meer de verwerking van de septembercirculaire, middelen voor de opvang van ontheemden uit Oekraïne en hogere baten als gevolg van het ramen van de voorlopige beschikking van de gebundelde uitkering (BUIG). Door deze hogere inkomsten valt de netto schuldquote per saldo lager uit.

De indicator lasten schuldpositie laat ook meerjarig een verbetering zien ten opzichte van de Programmabegroting 2024-2027. Dit wordt aan de noemerzijde veroorzaakt door de hogere baten. Ook hier speelt aan de delerzijde een effect mee van lagere rentelasten als gevolg van het doorschuiven en realistischer ramen van de investeringen.

In lijn met de andere indicatoren laat de verwachte solvabiliteit meerjarig een verbetering zien. Dit wordt veroorzaakt door het positieve rekeningresultaat van 2023 en doordat er minder langlopende geldleningen hoeven te worden aangetrokken in verband met de eerdergenoemde redenen met betrekking tot de investeringen.

Conclusie

In 2024 staan twee van de drie indicatoren op groen. De solvabiliteit staat op oranje, maar komt structureel hoger uit dan bij de ramingen uit de Programmabegroting 2024-2027. Vanaf 2026 springt een tweede indicator op oranje, de netto schuldquote. De stijging binnen het meerjarenperspectief is echter minder groot dan bij de Programmabegroting 2024-2027 werd voorzien. Bij deze indicator speelt mee dat de inkomsten vanuit het gemeentefonds vanaf 2026 lager zijn. Bij geen van de indicatoren is binnen het meerjarenperspectief een overschrijding van de grenswaarden van rood in beeld. Conform de notitie schuldpositie 2023 komen maatregelen uit het handelingsrepertoire pas in beeld als twee van de drie kernindicatoren structureel op rood springen.

De ontwikkeling van de schuld blijft wel een punt van aandacht. Door de noodzakelijke vervangings- en uitbreidingsinvesteringen zal de schuld stijgen. Ook de macro-economische effecten zoals de inflatie en de stijgende rente zullen op termijn van invloed zijn op de ontwikkeling van de ratio's.

Berekeningswijze en normen

De berekeningswijze van de indicatoren met de bijbehorende normen is als volgt:

1. Netto schuldquote

De gehanteerde norm van de indicator is:

Codering

Percentage

Groen

0% - 89%

Oranje

90% - 129%

Rood

130% en hoger

2. Lasten schuldpositie

De gehanteerde norm van de indicator is:

Codering

Percentage

Groen

0% - 12,4%

Oranje

12,5% - 14,9%

Rood

15% en hoger

3. Solvabilteit

De gehanteerde norm van de indicator is:

Codering

Percentage

Groen

>50%

Oranje

20-50%

Rood

<20%