Investeringsruimte

InvesteringsruimteMet de grote ambities die gepaard gaan met de woningbouwopgave (Schaalsprong, Spoorzone (Wet voorkeursrecht gemeenten (Wvg), Stadscentrum en de komst van de Noord/Zuidlijn worden grote investeringen voorzien. In de Notitie Schuldpositie 2023 (7282099) worden de spelregels en de indicatoren voor het beoordelen van de schuldpositie beschreven. Voor de drie indicatoren (netto schuldquote, lasten schuldpositie, solvabiliteit) in samenhang geldt:

  • 1 rode indicator: verhoogde waakzaamheid, aandacht voor schuld;

  • 2 rode indicatoren: sterk verhoogde waakzaamheid, speciale aandacht op verlaging schuld

  • 3 rode indicatoren: direct inzetten van het handelingsrepertoire noodzakelijk met als doel versnelde afbouw van schuld.

In deze voorjaarsrapportage wordt voor het eerst inzichtelijk gemaakt welke investeringsruimte er de komende tien jaar is, afgezet tegen de indicatoren van de ontwikkeling van de schuld. We bepalen de investeringsruimte aan de hand van de indicatoren. Voor de bijhorende kapitaallasten moet financiële ruimte gevonden worden in de begroting. Om tot onderstaande uitkomsten te komen hebben we een aantal aannames gedaan. In deze aannames zitten onzekerheden waardoor dit indicatieve cijfers betreft die onderhevig zijn aan actuele ontwikkelingen en daardoor zullen wijzigen. Wij beschouwen dit dan ook als een ontwikkelmodel die twee keer per jaar bij de voor- en najaarsrapportage geactualiseerd en verder uitgebreid (indien nodig en mogelijk) zal worden.

Deze indicatoren zijn doorgerekend voor de periode tot 2053. Hoewel de doorrekening heeft plaatsgevonden tot 2053 laten we in onderstaande grafieken alleen de periode tot en met 2033 zien omdat deze periode het meest kritisch blijkt voor de indicatoren. En het meest reële beeld geeft.

De belangrijkste uitgangspunten zijn enerzijds de reeds vastgestelde ambities die opgenomen zijn in het investeringsplan bij de Programmabegroting 2023-2026 en anderzijds de geraamde netto-opbrengsten uit de grondexploitaties (standlijn 1 januari 2023).
Vervolgens hebben we ook een aantal aannames gedaan:

  • toekomstige grondverkopen en investeringen van vastgestelde grondexploitaties;

  • bekende vervangingsinvesteringen van jaarlijks € 28 miljoen (VOR, ICT, UPM);

  • investeringen IHP;

  • daling kapitaallasten (rente en afschrijving) als gevolg van jaarlijkse afschrijvingen;

  • vaste schuld daalt omdat gerealiseerde investeringen afgeschreven zijn;

  • extra inkomsten algemene uitkering en ozb door groei woningen en inwoners;

  • geen rekening gehouden met toekomstige indexatie van investeringen;renteverloop: tot en met 2025 een omslagrente van 2%, vanaf 2026 2,5%, vanaf 2030 3,0%.

Op basis van deze aannames ziet het verloop van de indicatoren er als volgt uit:

Vanuit de realisatie van de Schaalsprong Wonen, waaronder de aankopen van de panden in Spoorzone, hebben de investeringen een grote impact op de ontwikkeling van deze kernindicatoren. Daarom zal bij elke nieuwe bruto investering vanaf € 25 miljoen separaat berekend worden welke gevolgen deze investering heeft voor de schuldpositie en de drie indicatoren (naast de P&C producten). Deze informatie wordt opgenomen in de kredietaanvraag. Dit betekent dan ook dat bij het raadsvoorstel tot kredietbesluit helder moet zijn welke gevolgen dit zal gaan hebben voor de schuldpositie en de indicatoren, zodat de afweging gemaakt kan worden tussen nut en noodzaak enerzijds en schuldpositie anderzijds. De grenswaarde is zo hoog gesteld, aangezien alleen bij dergelijk grote bedragen beweging in de indicatoren kan worden verwacht.

Gebaseerd op bovenstaande kunnen we stellen dat in 2033 twee van de drie indicatoren op oranje komen en één op rood. Dat betekent dat verhoogde waakzaamheid gewenst is. Waarbij bedacht moet worden dat deze cijfers indicatief zijn.