3.1 Voordelen

Tabel 3 

Omschrijving (bedragen x € 1.000; min is nadeel)

2021

2022

2023

2024

2025

Resultaatbestemming Veiligheidsregio Kennemerland

883

0

0

0

0

Budget kernen en buurtschappen voormalig HenS

9

9

0

0

0

Huur en tijdelijke huisvesting onderwijs (IHP)

291

92

-56

620

606

Kapitaallasten/financiering

696

3.198

3.769

3.636

2.050

Vrijval stelposten indexeringen 2021

853

842

844

858

859

Compensatie jeugdzorg op basis van rapport AEF

0

3.066

3.066

3.066

3.066

Extra opbrengst interne doorbelastingen

54

0

0

0

0

Totaal - Voordelen

2.786

7.206

7.623

8.180

6.581

Veiligheid

Resultaatbestemming Veiligheidsregio Kennemerland

Beleidsdoel (bedragen x € 1.000; min is nadeel)

2021

2022

2023

2024

2025

Beleidsdoel B Het verzekeren van de doelmatige en slagvaardige hulpverlening op het gebied van brandweerzorg, crisisbeheersing en geneeskundige hulpverlening.

883

0

0

0

0

Bij het opmaken van de jaarstukken 2020 van de Veiligheidsregio Kennemerland (VRK) blijkt het resultaat groter dan bij de programmabegroting en de tweede bestuursrapportage over 2020 was voorspeld. De VRK verwacht 2020 af te sluiten met een positief exploitatieresultaat van voorlopig € 4,8 miljoen. De overtollige gelden worden grotendeels uitgekeerd aan de deelnemers. De gemeente Haarlemmermeer ontvangt incidenteel een bedrag van € 883.000, waarvan € 156.000 betrekking heeft op Veilig Thuis. Het dagelijks - en algemeen bestuur dient de jaarstukken, op het moment van opmaken van de voorjaarsrapportage, nog vast te stellen. Als het uiteindelijk exploitatieresultaat afwijkt van het voorlopige resultaat, dan wordt dit geraamd in de Najaarsrapportage 2021.

Maatschappelijke ontwikkeling

Huur en tijdelijke huisvesting onderwijs (IHP)

Beleidsdoel (bedragen x € 1.000; min is nadeel)

2021

2022

2023

2024

2025

Beleidsdoel B Onze jonge inwoners ronden een opleiding af die past bij hun mogelijkheden en ontwikkelen maximaal hun talent.

Huur en tijdelijke huisvesting

291

92

-676

-234

606

Vrijval stelpost IHP

0

0

620

854

0

Huur en tijdelijke huisvesting onderwijs (IHP)

291

92

-56

620

606

In verband met onderwijshuisvesting wordt een aantal panden gehuurd. De benodigde capaciteit is geactualiseerd. Hetzelfde geldt voor de tijdelijke huisvesting. Deze tijdelijke huisvesting is nodig voor toekomstige renovatieprojecten.
Voor onderwijshuisvesting is in het meerjarenbeeld een stelpost opgenomen in de jaren 2023 tot en met 2025 ter dekking van de lasten voortvloeiende uit het IHP. Op basis van de actualisatie kan deze stelpost tot en met 2024 vrijvallen. Vanaf 2025 moet deze beschikbaar blijven ter dekking van de toekomstige lasten.

Overzicht algemene dekkingsmiddelen

Kapitaallasten/financiering

Beleidsdoel (bedragen x € 1.000; min is nadeel)

2021

2022

2023

2024

2025

Onderdeel C Financiering/bespaarde rente/dividend.

696

3.198

3.769

3.636

2.050

Voor de berekening van de rentelasten als gevolg van de benodigde (her) financiering is voor 2021 rekening gehouden met 0% voor kort geld (tot de kasgeldlimiet) en 1% voor lang geld. Voor de jaren 2022 en verder is rekening gehouden met 0,5% voor kort geld. Voor het aantrekken van langlopende geldleningen is voor 2022 rekening gehouden met 1,5% en voor de jaren 2023 en verder 2%.
De rentelasten worden met behulp van een rekenrente verdeeld over de taakvelden in de
programmabegroting. Op basis van een door de commissie BBV voorgeschreven berekeningswijze is de rekenrente vanaf 2021 vastgesteld op 2,0%. Dit is 0,5% lager dan de rekenrente waarmee in de Programmabegroting 2021-2024 rekening is gehouden.
De rente- en afschrijvingslasten (kapitaallasten) geven per saldo een voordeel in de jaren 2021 tot en met 2025. Dit wordt vooral veroorzaakt door de lagere rentelasten door de aanpassing van de rente van nieuw aan te trekken leningen. Het voordeel in de jaren 2022 tot en met 2024 is hoger dan in 2025 door het doorschuiven van investeringen. Dit omdat realistischer geraamd wordt in welk jaren de voorgenomen investeringen uitgevoerd worden. Omdat er realistischer geraamd wordt, in 2020 is een realisatiegraad van 80% bereikt, is in de berekening van de kapitaallasten voor het meerjarenbeeld rekening gehouden met een realisatiegraad van 75%. Dit was in de afgelopen jaren 70%.

Vrijval stelposten indexeringen 2021

Beleidsdoel (bedragen x € 1.000; min is nadeel)

2021

2022

2023

2024

2025

Onderdeel D Onvoorzien/saldo kostenplaatsen.

853

842

844

858

859

In de Voorjaarsrapportage 2020 is voor 2021 en verder rekening gehouden met een stelpost voor het opvangen van loon- en prijsstijgingen. Bij de Programmabegroting 2021-2024 en bij deze voorjaarsrapportage is een beroep gedaan op deze stelpost, waarna er nog een saldo resteert. Wij gaan er van uit dat alle prijsstijgingen zijn verwerkt in de reguliere budgetten en dat het restant van de stelpost kan vrijvallen. Alleen voor indexatie van de loonkosten van het gemeentelijk personeel en gemeenschappelijke regelingen blijft nog een stelpost staan, omdat de collectieve arbeidsovereenkomst (CAO) per 1 januari 2021 is afgelopen. De onderhandelingen over een nieuwe CAO lopen nog.

Compensatie jeugdzorg op basis van rapport AEF

Beleidsdoel (bedragen x € 1.000; min is nadeel)

2021

2022

2023

2024

2025

Onderdeel D Onvoorzien/saldo kostenplaatsen.

0

3.066

3.066

3.066

3.066

Middels het opnemen van een stelpost wordt rekening gehouden met een compensatie van het Rijk van de structureel hogere kosten van de jeugdzorg die volgens het rapport van AEF (Stelsel in groei) € 1,5 miljard zijn. Wij gaan er vanuit dat het Rijk zijn verantwoordelijkheid neemt en minimaal 50% van dit tekort compenseert. Dit kan zijn door het beschikbaar stellen van extra middelen of door te komen met wettelijke maatregelen om de toegang tot de jeugdzorg te beperken. Nu het Rijk voor 2021 al extra middelen ter beschikking heeft gesteld, wat neerkomt op circa 50% van het door AEF becijferde tekort, achten wij het verantwoord ook in 2022 en verder hiermee rekening te houden. Macro gaat het dan om een bedrag van € 750 miljoen. Op basis van eerdere afspraken met het Rijk en de toezichthouders wordt middels een structurele stelpost al rekening gehouden met een compensatie van macro € 300 miljoen. Het aandeel van Haarlemmermeer hierin is berekend op € 2,0 miljoen, 0,68%. Dan is het aandeel van macro € 450 miljoen voor Haarlemmermeer € 3,1 miljoen. Dit bedrag wordt toegevoegd aan de stelpost gemeentefonds.