In de Notitie schuldbeheersing 2016, door de raad vastgesteld op 22 december 2016 (2016.0051961) is opgenomen dat in de P&C-producten wordt gerapporteerd over de ontwikkeling van de indicatoren die worden gebruikt om de ontwikkeling van de schuld te monitoren. Dit betreft de indicatoren:
- Netto schuldquote
- Lasten schuldpositie
- Onzekere inkomsten
De drie indicatoren laten de volgende ontwikkeling zien ten opzichte van de Programmabegroting 2020-2023:
Netto schuldquote
P&C-product | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | |||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Voorjaarsrapportage 2020 (juni 2020) | 127% | 138% | 140% | 150% | 148% | |||||
Programmabegroting 2020-2023 (november 2019) | 134% | 143% | 132% | 134% | ||||||
Lasten schuldpositie
P&C-product | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | |||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Voorjaarsrapportage 2020 (juni 2020) | 10,4% | 11,5% | 11,7% | 13,1% | 12,2% | |||||
Programmabegroting 2020-2023 (november 2019) | 11,1% | 12,3% | 13,3% | 14,9% | ||||||
Onzekere inkomsten
P&C-product | 2020 | |
|---|---|---|
Voorjaarsrapportage 2020 (juni 2020) | 6,6% | |
Programmabegroting 2020-2023 (november 2019) | 14,2% | |
Toelichting
Bij de actualisatie van de indicatoren is de invloed van de coronacrisis niet meegenomen. De indicatoren zijn berekend op basis van de eind maart beschikbare informatie.
De netto schuldquote is de eerste jaren verbetert ten opzichte van de prognoses in de Programmabegroting 2020-2023. Dit is het gevolg van het realistischer ramen van de investeringen. Het betreft hier met name de investeringen in de openbare ruimte en de investeringen in schoolgebouwen op basis van het IHP. In de latere jaren wordt de netto schuldquote hoger. Dit is inherent aan het realistisch ramen, investeringen schuiven op naar latere jaren, maar er vervallen geen investeringen.
De ratio lasten van de schuldpositie verbetert in alle jaren. In 2020 is dit vooral het gevolg van het doorschuiven van investeringen waardoor ook de rente- en afschrijvingslasten lager worden. De jaren daarna nemen ook de totale inkomsten van de gemeente toe. Dit is het noemereffect waardoor het percentage daalt.
De onzekere inkomsten in het meerjarenbeeld hebben betrekking op de inkomsten uit de bouwgrondexploitaties. Het cijfer is geactualiseerd op basis van het Meerjaren Perspectief Grondzaken (MPG), standlijn 1-1-2020.
Conclusie
De eerste jaren zijn alle indicatoren positiever dan geprognostioceerd in de programmabegroting. Tot en met 2022 en in 2024 staan twee indicatoren op groen en één op rood. Alleen in 2023 staat één indicator op groen, één op oranje en één op rood. De verwachting is reëel dat de indicator van de netto schuldquote op rood blijft staan. De schuldpositie zal blijven stijgen gezien de noodzakelijke investeringen, onder andere in verband met de groeiopgaaf, maar ook om het bestaande areaal op niveau te houden.
Overigens zullen door de groei van de gemeente de baten na 2024 verder toenemen, wat een positief effect heeft op de ratio's.
Conform het vastgestelde beleid rondom de schuldbeheersing is er op dit moment geen reden om maatregelen te nemen om tot een lagere schuld te komen, omdat twee indicatoren op groen staan.
Berekeningswijze en normen
De berekeningswijze van de indicatoren met de bijbehorende normen is als volgt:
1. Netto schuldquote

Figuur 1
De gehanteerde norm van de indicator is:
Codering | Percentage | |
|---|---|---|
Groen | 0% - 89% | |
Oranje | 90% - 119% | |
Rood | 120% en hoger |
2. Lasten schuldpositie

Figuur 2
De gehanteerde norm van de indicator is:
Codering | Percentage | |
|---|---|---|
Groen | 0% - 12,4% | |
Oranje | 12,5% - 14,9% | |
Rood | 15% en hoger |
3. Onzekere inkomsten

Figuur 3
De gehanteerde norm van de indicator is:
Codering | Percentage | |
|---|---|---|
Groen | 0% - 9,9% | |
Oranje | 10% - 14,9% | |
Rood | 15% en hoger |
