2.1 Uitgangspunten Programmabegroting 2021-2024

Voor het opstellen van de programmabegroting worden de volgende uitgangspunten gehanteerd: een structureel sluitende begroting van baten en lasten; een solide financiële positie; financiële meevallers vloeien terug naar de algemene middelen; tegenvallers worden zoveel als mogelijk opgevangen binnen het desbetreffende onderdeel van de programmabegroting en nieuwe taken die in de toekomst door het Rijk worden overgeheveld naar gemeenten, moeten worden bekostigd met de middelen die daarvoor van het Rijk worden ontvangen.

Het meerjarenbeeld wordt voor de jaren 2021, 2023 en 2024 een positief saldo geprognosticeerd. Omdat de laatste jaren positief zijn is er sprake van een structureel sluitende meerjarenbegroting.

In 2020 en 2022 is sprake van een tekort. Het nadeel in 2020 wordt geheel veroorzaakt door lagere inkomsten als gevolg van de coronacrisis. Zonder deze incidentele lagere inkomsten zou sprake zijn van een overschot van circa € 2,7 miljoen.
Op basis van de ledenbrief van de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) van 24 april 2020 (kenmerk COS/U202000315 Lbr. 20/017), met als onderwerp Coronacrisis update nummer 6, is de VNG met de bewindspersonen van Financiën en Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties overeengekomen dat de gemeenten gecompenseerd worden voor de uitgaven die zij in het kader van corona moeten doen en voor de derving van de inkomsten. In de maand mei moet hier duidelijkheid over ontstaan, waarna de gemeenten geïnformeerd worden via de meicirculaire gemeentefonds.

Mocht de compensatie van het Rijk niet voldoende zijn voor het opvangen van de incidentele nadelen als gevolg van de coronacrisis, dan kan een beroep worden gedaan op de Algemene dekkingsreserve. Een onttrekking uit de Algemene dekkingsreserve kan alleen bij hoge uitzondering, omdat hierdoor de schuldpositie verslechterd.

De structurele gevolgen van de coronacrisis moeten worden gedekt binnen het meerjarenbeeld. Een bijdrage uit de reserves is geen optie, omdat daarmee geen materieel sluitende begroting wordt gerealiseerd. Materieel sluitend betekent dat de structurele lasten gedekt moeten worden door structurele baten. Een bijdrage uit de reserves is volgens de voorschriften geen structureel dekkingsmiddel. In een volgend P&C-product rapporteren wij over de korte en lange termijn gevolgen van de coronacrisis. Voor de korte termijn worden er geen voorstellen gedaan voor extra ombuigingen. Wij zien hier geen noodzaak toe, gezien het aanwezige weerstandsvermogen in de Algemene dekkingsreserve. En korte termijn maatregelen hebben direct invloed op onze dienstverlening en werkzaamheden voor de inwoners, ondernemers en instellingen van onze gemeente.

Het incidentele tekort in 2022 is relatief klein en daarom stellen wij op dit moment geen extra ombuigingen voor om dit tekort te dekken.